De moeder van tweeling Willy en René van de Kerkhof leefde voor de carrière van haar zonen.
"Het geheime wapen" werd ze wel genoemd. Een blozend Brabants vrouwtje toentertijd net rijp voor de AOW. In haar familiekring bekend als "Mien", bij de burgerlijke stand te boek als Wilhelmina van de Kerkhof - Van Lieshout. Moeder van zes kinderen, waaronder destijds Nederlands meest besproken eeneiige tweeling: Willy en René van de Kerkhof.
Ze speelde een grote rol in het toen bewogen leven van de twee rappe PSV'ers. Ze was geen type dat wel even zou vertellen in welke opstelling PSV de volgende keer Ajax het best kon oprollen. De laatste jaren verscheen ze vrijwel nooit meer op het voetbalveld, desondanks klopte haar hart altijd steeds een tikkeltje harder als er voetbal op het programma stond. Een lichamelijke handicap overgehouden aan een gemene smak met haar fiets maakte het minder wenselijk om zich tussen opgewonden mensenmenigten te begeven. Op veilige afstand ontging haar evenwel weinig van het voetbalgebeuren, waarbij haar zoons steeds zo nadrukkelijk betrokken waren.
De extra grote rol die "Mien" van de Kerkhof in het leven van Willy en René speelde is ontstaan na die zwarte dag in maart 1956. Haar man, een Helmondse vrachtwagenchauffeur, kwam bij een verkeersongeval om het leven. Het waren juist de tweeling (toen drieënhalf jaar oud toen hun vader wegviel) die haar zoveel werk en afleiding gaven dat ze zo deze klap kon verwerken. Met enorm veel liefde en energie, bijgestaan door haar oudste dochters, leidde ze het gezin en sleepte ze zichzelf en de anderen door de moeilijkheden heen. Wanneer dan uiteindelijk alle kinderen allemaal uit het propere woninkje aan de Engelseweg in Helmond vertrokken waren bleef "Mien" toen nog altijd de spil waar veel om draaide in de familiekring.
Voetbal had altijd een warm plaatsje gehad in deze kring. Vader van de Kerkhof was in zijn jonge jaren een stoere verdediger bij Helmondia en Deurania. Toen hij zijn kicksen aan de wilgen had gehangen bleef hij een trouwe en fanatieke volgeling van Koning Voetbal, met steun van zijn vrouw die hem bijna altijd volgde naar de wedstrijden.
Hoe fanatiek hij was herinnerde "Mien" zich nog best. "Onze oudste zoon, Gerard, kroop wel eens te veel achter de man toen hij pas speelde. Als hij dan thuiskwam moest hij van mijn man zonder eten naar bed." Gerard leerde toen overigens snel en hij was de eerste Van de Kerkhof die in het betaalde voetbal opdook en in de Eredivisie doordrong.
Hij speelde enige tijd bij het Rotterdamse Sparta, maar keerde later terug naar het Zuiden. Op zijn 32ste trapte hij alleen nog een balletje in de zaal. "Hij was afgewerkt", concludeerde moeder Van de Kerkhof kort en bondig. Dat kon je van Willy en René natuurlijk moeilijk zeggen. Moeder Van de Kerkhof moest het van tijd tot tijd duchtig weten dat haar zoons zo hoog op de voetballadder stonden.
Supporters aan huis voor wedstrijdkaartjes of regelmatig stond de plaatselijke persfotograaf aan de deur voor een foto van de dan steeds beroemder wordende tweeling. Nadat de tweeling naar Woensel waren gaan wonen verlegde deze activiteiten zich grotendeels daarheen.
"Mien" Van de Kerkhof vond het "heel erg" niet meer langs de lijn te mogen zitten zoals vroeger altijd wel het geval was. Ze vertelde, "ik geloof dat ik de jongens voor het laatst in een competitiewedstrijd heb zien spelen toen ze nog niet eens bij PSV waren, NAC-FC Twente was het. Ze berustte in haar lot, dat wilde dat ze veelal rustig in haar huisje verbleef bij de televisie afkomstig van het bekende bedrijf uit het zuiden des land. Ze vertelde, "ik kijk naar de televisie en volg het allemaal in de kranten. Ik bewaar alles wat er maar over ze geschreven wordt, ik heb toch niks anders te doen. D'r ligt weer een hele stapel van de laatste tijd", zei ze.
De voetbal uitzendingen vonden gretig aftrek, ook al had de dokter gezegd dat ze moest oppassen met al die spanningen. "Ja doe er maar eens wat aan" zei ze. Ze bekende dat het zweet haar onder het kijken soms in haar handen stond.
Zelf had ze nooit aan sport gedaan. "Dat was er vroeger voor meisjes niet bij", zei Mien, geboren in het Brabantse Boekel, maar dan al meer dan vijftig jaar een Helmondse. Vóór haar trouwen werkte ze als weefster op de dekenfabriek van Diddens en Van Asten in Helmond, sinds haar huwelijk had ze zich geheel aan haar gezin gewijd. Na het overlijden van haar man kwamen er grote zorgen. Al moesten de dubbeltjes soms wel driemaal worden omgedraaid voor ze werden uitgegeven, ze bleven rollen. Ook voor de voetballerij. Zelf koos zij de club uit voor Willy en René, toen de tweeling acht jaar oud was.
Het werd Mulo, een vereniging die in Helmond altijd bekend stond vanwege de goede begeleiding. "Bij ons on de buurt was ook een voetbalclub, Klein Arsenal, maar zij vond dat daar te veel werd gedronken. De mensen in de buurt hadden er eerst wel een hekel aan dat ik de jongens bij Mulo had aangemeld. Maar ik vond het belangrijk dat ze bij een goeie club kwamen. Ze zijn nog altijd welkom bij Mulo. Ze gaf aan, ze moeten er straks maar naar terug gaan over een jaar of tien of zo."
De tweeling werd al gauw enorm populair bij het Helmondse amateurclubje, vooral toen het duo al op zestienjarige leeftijd in het eerste kwam te staan en reeksen doelpunten fabriceerde. " 's Avonds na de wedstrijd was het vaak bij ons thuis net kermis", herinnerende Willy zich. "De halve club kwam meestal langs".
Moeder Van de Kerkhof vormde in Willy en René hun jonge jaren een potje waarin geld gespaard werd voor nieuwe voetbalattributen. Ze moest het evenwel ook wel eens voor andere zaken aanspreken. Als Willy en René in de buurt aan het voetballen waren sneuvelde er nog wel eens wat. Ze herinnerde zich dat een van hen zelfs een keer dwars door een schutting knalde.
De zaken waren later min of meer omgekeerd: als er bij moeder Van de Kerkhof iets nodig was, sprong de tweeling bij. Zo werd gezorgd voor nieuwe vloerbedekking en gordijnen. Als het regende bij PSV, druppelde het aan de Engelseweg, zou je kunnen zeggen. Zelfs de buitenkant van het huis werd niet vergeten. Als het onkruid eens wat te hoog mocht staan, dan hield dat verband met de vele voetbalverplichtingen van de tweeling. Als alles normaal verliep kwam één van hen het zaakje af en toe heus wel wieden.
Vroeger kwamen Willy en René altijd op een vaste avond langs op de Engelseweg om te kaarten. De voetballers leerde elders ook aardig het kaartspel en zo was de lol voor "Mien" er dan ook snel af. "Ze verloor altijd en daarom deed ze het niet meer zo graag", lachte Willy. Maar altijd stuurde de broers hun luxueuze automobielen tenminste eenmaal per week richting Helmond.
Dat de moeder de enige aanleiding was voor Willy en René om in Enschede hun biezen te pakken was natuurlijk nogal een overdreven verhaal. "Naast alle financiële consequenties van de overgang naar PSV had het feit dat we zover van Helmond woonde mede een rol gespeeld", bekende Willy die in zijn Twente periode op hoogtijdagen met René altijd naar het zuiden afzakte en net als zijn broer met een Helmondse in het huwelijksbootje was gestapt. "Ik had er zelf nooit op aangedrongen dat ze naar Brabant terug kwamen. Ik vond dat ze dat zelf maar moesten beslissen", was het commentaar van "Mien".
Ze vond dat haar jongens "altijd goed hadden opgepast" en was trots dat beiden nu naast succesvolle voetballers ook zakenlieden werden. Willy startte in de buurt van het Eindhovense station een wijnhandel, René opende vlakbij zijn woning in Woensel een platenzaak. "Dat geeft een gerust gevoel", vond ze. Niet dat ze ooit gedacht heeft dat Willy en René geen goeie voetballers zouden worden, maar ze had wel eens gezegd: "Jongens, jongens zal dat wel goed aflopen". Dat was toen de tweeling bij Mulo werd bestormd met profcontracten van vaak dubieuze aard, meestal afkomstig van clubs uit België.
Toen tenslotte Kees Rijvers kwam voor haar handtekeningen (Willy en René waren nog minderjarig toen ze bij FC Twente werden ingelijfd nadat PSV het tweetal in eerste instantie te licht had bevonden) deed ze het met een gerust hart. Die "mijnheer Rijvers", mocht ze wel en hij kwam trouwens een enkele keer nog wel eens langs aan de Engelseweg om wat bij te praten.
Veel verschil was er niet tussen het tweetal, vond moeder Van de Kerkhof, die toe gaf dat Willy en René in een voetbaltenue moeilijk uit elkaar waren te houden. René was altijd de meest ontvlambare van de twee. Ze hadden veel met elkaar gemeen, maar Willy was wat zachter concludeerde "Mien". "Dat Willy ooit een cursus spreekvaardigheid volgde en niet René was eigenlijk een wonderlijke zaak" vertelde Mien. Juist René was volgens haar vroeger een heel stil ventje al brak hij dan de boel graag af.
Dat Willy en René steeds gezamenlijk optrokken bleef voorkomen, ze hadden zelfs tweelinghuizen laten bouwen in de Eindhovense wijk Woensel, dat verbaasde haar allerminst. Hun hele leven had ze niet anders meegemaakt. "Als de één de hoek om kwam, wist ik dat de ander even later zou volgen. Dat gebeurde vaak, als de één ergens op visite gaat verscheen de ander meestal later ook en dat was bijna nooit afgesproken".
Het sterkste staaltje van eensgezindheid was dat Willy in Amsterdam een mooi kostuum kocht. Later komt er een ontdekking dat René precies zo'n zelfde heeft gekocht in Helmond, op dezelfde dag dat Willy in Amsterdam was. "Mien" vond het een wonder en zei, "Is het gek dat zulke knapen wel eens een succesvol een-tweetje aan gaan bij PSV?"
Moeder Wilhelmina van Lieshout geboren 14 december 1909 - overleden 21 januari 1977.
Vader Reinier Lambertus van de Kerkhof geboren 17 februari 1910 - overleden 16 maart 1956.
Getrouwd 2 april 1932.
Eerder uitgebrachte verhalen in de rubriek 'Wat eens d'oude glorie' zijn te vinden via www.supver-psv.nl/nl/nieuws/dossiers/oude-glorie.html.
Walter Kuijpers
Laatst bijgewerkt : 4 jan 2023 - 12:34